Ga door naar hoofdcontent
NieuwsMinister Ollongren bezoekt uitvaartbranche: “Ze was oprecht geïnteresseerd”

Minister Ollongren bezoekt uitvaartbranche: “Ze was oprecht geïnteresseerd”

Donderdag 11 juni 2020

Drie kwartier trok minister Kajsa Ollongren uit voor een werkbezoek aan D&O Uitvaartzorg, in het door de coronapandemie hard getroffen Dordrecht. Ze luisterde aandachtig, complimenteerde de branche ‘u heeft enorm veel werk achter de schermen verricht en nabestaanden daarmee enorm geholpen’, en beloofde die aandacht vast te houden. De branche maakte van de gelegenheid gebruik om aandacht te vragen voor de status van het vak. “De uitvaartzorg hoort op de lijst van cruciale beroepen.”

Werkbezoek

 class=

“Ze was oprecht geinteresseerd,” oordeelden overledenenverzorger Rachelle Kleijngeld en Dela-locatiemanager Cee Keelen uit Uden. Zij waren, met uitvaartverzorger Ton Claassen, naar Dordrecht gekomen, waar minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een werkbezoek bracht aan de uitvaartbranche. Zij sprak tijdens een wandeling op begraafplaats Essenhof met tien uitvaartprofessionals, van medewerkers postmortale zorg tot nazorgconsulent.

Achter het raam

Heleen Nelissen van CMO vertelde de minister dat ze tijdens de pandemie als teamleider meewerkte in de postmortale zorg. “Het heeft me enorm geraakt dat ik van een zoon hoorde dat hij van achter een raam zijn moeder had zien sterven. Hij kon er niet bij zijn, omdat hij geen medisch mondkapje had.” Had ze het eerder geweten dan had ze hem er een gegeven, want Nelissen had, met vooruitziende blik, in januari al persoonlijke beschermingsmiddelen gehamsterd.

Cruciaal

Ook uitvaartverzorger Ton Claassen had geen tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen omdat hij die bijtijds geregeld had. Maar het steekt hem wel dat de uitvaartzorg nog steeds niet op de PBM-lijst staat van cruciale beroepen. “We bungelen nog onder de ouderenzorg,” vertelde hij Ollongren.
“Waren jullie medewerkers bang voor hun eigen gezondheid?”, informeerde Ollongen. Dat was het geval – ‘ zeker ouderen en medewerkers met astma’ , meldde Nelisse – maar desondanks werkten zij keihard door.

Quarantaine

“In ploegendiensten, en sommigen zelfs ‘in quarantaine’ vulde begraafplaatsbeheerder Mieke Verkuil aan. “In twee weken tijd hebben we buitenmedewerkers omgeschoold tot ovenist. Zij hadden het echt zwaar toen we hier veel corona-overledenen kregen. Die werden apart van de overige overledenen gehouden, in een geplaatste koelcontainer. Het team van ovenisten zat in quarantaine, weg van het overige personeel. Hele dagen alleen cremeren, zonder nabestaanden, zonder andere collega’s. Nu werken ze een dag in de week buiten, anders lopen ze het gevaar depressief te worden.” Ook op de begraafplaats werd hard gewerkt. “Met versterking vanuit andere gemeentelijke teams, want juist nu willen we dat de begraafplaats netjes is, mensen vinden hier troost.”

Alle hens aan dek

Terwijl de pandemie in Dordrecht nog niet voorbij is, is het in Uden nu ‘doodstil’. Crematoriummanager Kee Ceelen (Dela) heeft nu tijd om te vertellen over de heftige tijd die achter haar ligt. “Drie keer zoveel overlijdens in de periode half maart tot half mei, vaak negen crematies per dag, met maar één oven.” Zij was de eerste die een koelcontainer bestelde. Want in de verzorgingshuizen mocht niet meer worden opgebaard, en de meeste mensen durfden het niet thuis.

Alles voor de nabestaanden

 class=

Minister Ollongren moet echt doorvragen naar de pijn in de branche. Uit zichzelf vertellen de uitvaartwerkers vooral over het leed dat ze zagen bij nabestaanden en hoe zwaar het was om nabestaanden niet zo nabij te kunnen zijn als ze gewend zijn. “Mensen moeten verzorgen in zo’n pak, en niet samen met de familie,” verzucht Kleijngeld. “Nabestaanden belden veel eerder na een uitvaart, en ik heb ze veel vaker dan anders doorverwezen naar een traumadeskundige,” vertelt freelance uitvaartbegeleider Jolien van der Kooij (Netwerk Uitvaartvernieuwers). Ook nazorgconsulent Anouk Vonk ervoer veel eenzaamheid onder de nabestaanden die ze belde.

Creativiteit

De uitvaartprofessionals hebben ook veel hartverwarmende verhalen. Vonk: “Veel mensen hebben het prettig gevonden dat ze geen grote groepen mensen te woord hoefden te staan, dat de uitvaart in intieme kring gehouden werd.” Dat wordt herkend. “Familieleden ontdekten dat ze veel makkelijker iets zeggen in de kleine kring van kinderen en kleinkinderen,” merkte Claassen, “terwijl een grotere groep de uitvaart meebeleeft op afstand, via livestream”. Ook werd er zeer creatief omgegaan met erehagen. Zo maakte de ondernemer uit Uden en Meierijstad een uitvaart mee waarbij goede vrienden meereden in de rouwstoet, op de parkeerplaats via de laptop de uitvaart meemaakten en de familie bij vertrek uit het crematorium moreel ondersteunden door met hun auto’s een erehaag te vormen.

Nabijheid op afstand

 class=

“We zijn in rap tempo thuis geraakt in het scheppen van nabijheid op afstand,” concludeert Heidi van Haastert, die namens het bestuursteam coronavirus samen met VMG het werkbezoek – op verzoek van het ministerie – organiseerde. Minister Ollongren is onder de indruk van de ‘stille kracht’ van de uitvaartbranche. “Wat een werk is er verzet, wat hebben jullie de nabestaanden goed opgevangen, en goed geholpen. Daarvoor bedank ik jullie.” Ook nu we weer langzaam op weg gaan uit de crisis, naar hopelijk ooit weer normaal, blijft de uitvaartbranche in haar aandacht, verzekerde ze de branchedelegatie voor ze doorreed naar haar volgende afspraak. Een laatste compliment was er voor gastvrouw Verkuil van Essenhof: “Wat een prachtige begraafplaats.”

Minister Ollongren heeft haar dankbaarheid jegens de uitvaartbranche verwoord in een brief “aan alle personen werkzaam in en voor de uitvaartzorg, postmortale zorg, op begraafplaatsen, in crematoria en toeleveranciers”. Je leest haar brief hier.

(Foto’s: Martijn Beekman)

Reacties

    Plaats een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.Vereiste velden zijn gemarkeerd met *