Schouwen bij verwacht overlijden – om tafel met de artsen

Op 12 september zat BGNU om tafel met Verenso, de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde, voorheen de verpleeghuisartsen. Onderwerp van gesprek: het uitgesteld schouwen bij verwacht overlijden in verpleeg- en verzorgingstehuizen.

De Uitvaartvernieuwers hadden we ook uitgenodigd om aan te schuiven want hoe breder het beeld van de praktijk hoe beter.

Gedurende het gesprek werd duidelijk dat we op één lijn zitten: de lichamen van de overledenen moeten zo snel als mogelijk gekoeld worden en nabestaanden moeten de geïnformeerde keuze hebben om het schouwen uit te stellen of niet.

Maar hoe zorgen we nu dat dit in de praktijk ook gebeurt met een beperkte schouwcapaciteit? Daarvoor gaan we aan de slag op drie terreinen:

Als we bij verwacht overlijden anders willen schouwen dan bij onverwacht overlijden (let op: anders, niet later), dan moet het onderscheid tussen verwacht en onverwacht overlijden waarschijnlijk ook wettelijk worden gemaakt. Nu kennen we dit verschil in de wet namelijk niet. Samen kijken we of dit om een wijziging in de Wet op de lijkbezorging vraagt en zo ja, dan pleiten we hier samen voor.

Wanneer mag je wel beginnen met koelen en wanneer niet? Hoe zorgen we dat nabestaanden weten wat hun keuzemogelijkheden bij schouwen zijn en de mogelijke consequenties ervan? Kortom het wordt tijd dat er duidelijke informatie komt voor nabestaanden, uitvaartverzorgers, medewerkers van verpleeg- en verzorgingsinstellingen en opleiders. Hier gaan we werk van maken.

En als laatste: hoe kan techniek helpen om het proces van schouwen minder arbeidsintensief en misschien zelfs beter te maken? Samen met het ministerie van VWS willen we stappen zetten om dit te verkennen.

Naast deze concrete pijnpunten, was het goed om meer over elkaars vak te horen. Juist deze artsen hebben veel contact met de families voor het overlijden zoals uitvaartverzorgers dat na het overlijden hebben. Fijn dat we elkaar nu snel kunnen vinden.